Hendrikus Colijn (1869-1944)
Interesting letter, written in exile to his personal friend De Wilde (= Arp de Wilde, minister of the Interior in Colijn's second cabinet). Letter written on both sides, dated 8-2-1943.
After supporting the resistance in 1941, Colijn was imprisoned but with a certain degree of freedom. In 1943 he stayed together with his wife at Hotel Gabelbach in Thüringen. In the letter, Colijn laments the isolation. However, he is content with the local library. "Er is in Ilmenau een vrij goede leesbibliotheek waaruit ik naast wat ontspanningslectuur reeds dicht tegen de honderd boeken van min of meer wetenschappelijke aard (...) doorwerkte." He writes more interestingly on the war. "Wat met de afzondering beoogt wordt, bleef voor mij een raadsel. Ik heb echt er het gevoel dat ik niet vrij kom voor het eind van den oorlog. En dat einde is, tenzij er wonderen gebeuren, nog niet in 't zicht. Gij herinnert U wellicht dat ik vanaf tot eerste begin van een langdurige oorlog sprak en daarbij zelfs de duur van 5 jaar noemde. Had ik toen kunnen voorzien dat men Indië er niet buiten hield, dan had ik van een 7jarige oorlog gesproken." He also writes: "de opoffering waarmee gestreden wordt, Stalingrad b.v., is te groot om een snel verloop te kunnen verwachten (...) daarom reken ik maar op een verblijf hier van nog wel anderhalf jaar." Colijn asks De Wilde to circulate the letter among his political friends. A year and a half later, Colijn would die in exile. *Added: Colijn caricature book.