Letterdruk plakkaat, Den Haag, Paulus en Isaac Scheltus, 1735, met houtsnede topvignet en initiaal, bladmaat 41,5 x 32 cm.
Gevouwen, in uitstekende staat, met ex libris van G.P.A. Struyk onder het adres van de drukkers. Gualterus Petrus Adrianus Struyck was burgemeester van Dubbeldam van 1844 tot 1852. Verbod op het bijwonen van vergaderingen van de "soogenaamde Meedebroederschap van Vrywillige Metzelaars", omdat "geensints is te vermoeden, dat de Bouwkunde soude weesen het eenig, of principiaal object van haare bijeenkomsten; dat ook soodanige onbehoorlijke Confrerien (...) by een puure nieuwigheid zyn ingevoert, altoos (...) zyn aangemerkt als queekschoolen van factien, beroertens, en van debauches." Ook het verhuren of beschikbaar stellen van ruimtes voor deze vergaderingen wordt met dit aanplakbiljet (uitgevaardigd op 12 december 1735) verboden. Het aanplakbiljet kan niet los worden gezien van de stichting van de eerste vrijmetselaarsloge in Nederland, te Den Haag in 1734: (2) Resolutie. Propositie van de Heeren Gecommitteerde Raaden raakende seekere Logies van het Broederschap der vrywillige Metzelaars: En Resolutie. 30 November 1735 (samenvattende letterdruk titel op p. (4)). Letterdruk bifolium zonder adres, 3 p. (opgevouwen, met ex libris van Struyck): "Den 24 der voorleede maand is alhier op den Nieuwen Doelen een Hollandsche Logie van het van ouds beroemde Meedebroederschap der Vrywillige Metzelaars opgeregt met alle de vereischte solemniteiten, in presentie van den grootmeester de Heer J. Cornelis Radermacher (...); men ontfing ook verscheide nieuwe Broeders in deese Hollandsche Logie." In deze resolutie is een korte beschrijving van de Londense oorsprong van de vrijmetselarij opgenomen, onder verwijzing naar de Constitutien uitgegeven door Willam Hunter te Londen, in 1723, waarvan Louis Dagran, lakenkoopman te Den Haag en lid van de broederschap, een gedrukt exemplaar bezat. Net als in (1), wordt de vrijmetselarij hier gezien als "Queekschoolen van factien en van debauche", onder verwijzing naar het boek De Criminibus van Anthonius Mattheus. (totaal 2)
|
[408] [409] [410] [411] [412] 
